Juninummer verschenen

Het juninummer 2025 van Indische Letteren bevat vier boeiende artikelen.

Margreet van Till bijt de spits af met 'Een ongepaste brief', over de verbanning van Sech Alie bin Said halverwege de negentiende eeuw. Liz Kruisheer werkte haar masterscriptie om tot een artikel over de roman Janneke de pionierster (1904). Net als haar andere werken bevat deze roman van Louise B.B. informatie over het leven van een vrouw in Indië en over de uitdagingen waarvoor ze zich in de kolonie zag gesteld. In ‘Voorbij Springer’ stelt Karel Davids dat er relatief weinig aandacht is voor Nieuw Guinea in de Indische letteren, met uitzondering van de werken van F. Springer. Davids presenteert daarom een inventarisatie van boeken en auteurs. Het vierde en laatste artikel is van Coen van ’t Veer, die een nog nauwelijks bestudeerde roman onder de loep neemt: De vuile was (1971) van John Sapu, een boek dat wel vergeleken is met Ik Jan Cremer. Van ’t Veer laat zien dat de roman interessante gegevens bevat over traumatische ervaringen, opgedaan tijdens de dekolonisatieoorlog, en pleit voor meer aandacht voor dit soort ‘triviaalliteratuur’.

Ernest Hardouin, Arabier op Java (collectie KITLV 36B189).